Wasmachine
De wasmachine bestaat uit een kuip waarin zich een draaiende trommel bevind. In deze trommel zitten meenemers die als de trommel draait het wasgoed doen bewegen. Vullen we de kuip met water en voegen we chemie / zeep toe, verwarmen we het water dan hebben we een basis voor de hedendaagse wasmachine.
Voor het wasproces hebben we dus nodig:
- water
- beweging
- chemie/wasmiddel
- warmte
Tijdens het wasproces wordt de zeep in water opgelost tot een “sopje” Dit sopje wordt verwarmd en tezamen met de bewegingen wordt geprobeerd om de vervuilde delen van het textiel los te weken en in te kapselen. Na het wasproces wordt er een grotere hoeveelheid water toegevoegd om zo de ingekapselde vervuilde delen weg te spoelen.
Met een programma-schakelaar of timer kan dit gehele proces automatisch uitgevoerd worden. Bij de vroegere machine’s bestond de timer uit een mechanisch klokje waarbij d.m.v. een ronde schijf waarop de diverse schakelaars op bevestigd zaten. Met deze zogenaamde walsschakelaar werd dan bijvoorbeeld de motor en de pomp bestuurd. Tegenwoordig bestaan de programmaschakelaars uit een kleine computer waarin de diverse programma’s zijn opgeslagen. Het wasproces loopt meestal volgens een vast programma.
programmaverloop:
- water nemen
- voorwas(indien geselecteerd)
- hoofdwas
- spoelfase
- laatste spoeling en wasverzachter
- centrifugeren
- losdraaien
De wasmachine begint zijn programma met water nemen waarbij de hoeveelheid water gemeten wordt d.m.v. een waternivometer of een waterflowmeter. Hierbij wordt het water via de zeepbak geleid, waarbij het d.m.v. een soort dousche boven de zeepbak terecht komt en hierdoor het zeep doet oplossen waarna dit zeepwater in de kuip op het wasgoed terecht komt.Bij het bereiken van van het juiste waternivo zal het water nemen stoppen en begint de trommel te draaien. Dit draaien gaat volgens een bepaald wasritme. Bij fijn wasgoed of bij de wolwas zal dit rime langzamer zijn dan bij een katoen / bonte was. Het langzame ritme zorgt ervoor dat met het tere weefsel voorzichtig wordt bewogen. Bij een zogenaamde wolschommel is dit rime nog kleiner en schommelt het woll goed in de trommel. Het is al eerder genoemd maar t.g.v. de meenemers wordt het wasgoed opgegooid en wordt het geheel door elkaar geschud.(beweging) Vervolgens zal de PGS nu het verwarmingselement inschakelen en het water op de voorafingestelde temperatuur doen verwarmen.Door middel van het verwarmde water en de chemie zouden de vervuilde deeltjes van het wasgoed moeten oplossen waarna de spoelfase kan beginnen. In de spoelfase wordt het vervuilde water afgepompt en zal er een aantal maal opnieuw water worden genomen om de vuil en zeepresten uit het wasgoed te halen. Bij de hedendaagse machines wordt fuzzy logic oftewel vage logica toegepast waarbij de PGS het water op sop controleert en afhankelijk van de meetwaarden bijvoorbeeld een extra spoelbeurt inlast. Bij de laatste spoeling wordt wederom in het zeepbakje water in het bakje van de wasverzachter toegevoegd. Hierdoor zal het wasverzachterbakje d.m.v. capilaire werking geheel leeg lopen. Hierbij moet het overloopbuisje wel schoon zijn!!!. De chemie van de wasverzachter zorgt ervoor dat het wasgoed na het drogen wat zachter aanvoelt. Tenslotte moet toch het meeste water weer uit het wasgoed genomen worden. Dit gebeurt door de centrifugerende werking van de trommel waarbij deze op een verhoogd toerental zal moeten draaien. Dit centrifugeren moet wel enigszins gecontroleerd worden. Daarom zitten er aan de kuip kontra-gewichten en daarom is ook de machine zo zwaar. Hiernaast komt de fuzzy logic van de PGS weer om de hoek kijken en zal deze de onbalans van de trommelbeweging controleren . De machine gaat hiertoe een aantal malen voorcentrifugeren om het wasgoed zo gelijkmatig mogelijk in de trommel te plaatsen . Als het wasgoed binnen de grenzen van de onbalansherkenning valt wordt dan naar een hoger toerental geschakeld. Het kan echter ook voorkomen dat het wasgoed zo ligt dat er op een lager dan afgesproken toerental wordt gecentrifugeerd of dat het centrifugeren helemaal wordt gestaakt.Het wasgoed zal hierbij natter dan normaal uit de machine komen. De laatste fase van het centrifugeprogramma is het los draaien en uit elkaar halen van het wasgoed.Hoe hoger het ingestelde toerental hoe harder het wasgoed naar buiten wordt gedrukt. Hiertoe wordt het centrifugeprogramma altijd met een laag ritme gedurende een of enige minuten beeindigd.
PGS; Programmaschakelaar.